Geloof in God is redelijk: Gods eeuwige kracht en goddelijkheid worden uit Zijn werken met het verstand doorzien.
Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid,
wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien
(Romeinen 1:20).
Charles Robert Darwin - geboren op 12 februari 1809 te Shrewsbury, Engeland - verwierp de bijbelse verklaring voor de oorsprong van het leven.
Hij verklaarde zijn doel bij het schrijven van Origin of Species (Oorsprong der Soorten)
aldus: Ik had twee duidelijke doeleinden voor ogen, eerst, te tonen dat de
soorten niet afzonderlijk werden geschapen, en tweede, dat natuurlijke selectie het hoofdmiddel van
verandering was (Descent of Man, eerste editie, blz. 152).
Volgens Genesis schiep God afzonderlijke soorten die zich naar hun aard vermenigvuldigen:
En God zeide: Dat de aarde
voortbrenge levende wezens naar hun aard, vee en kruipend gedierte en wild gedierte
naar hun aard; en het was alzo. En God maakte het wild gedierte
naar zijn aard en het vee naar zijn aard en alles wat op
de aardbodem kruipt naar zijn aard (Genesis 1:24, 25).
Een soort is een taxonomische groep met leden die zich onderling kunnen voortplanten.
De wetenschappelijke waarneming is dus dat de verschillende soorten zich naar hun eigen aard voortplanten, zoals in Genesis wordt aangeduid. Dit feit past niet gemakkelijk bij het evolutiemodel.
Charles Darwin stelde zich tot doel, de bijbelse verklaring van de oorsprong van
afzonderlijke levensvormen door schepping tegen te spreken.
Darwins bekwaamheden als geleerde en schrijver versterkten zijn invloed. Zijn ideeën speelden ook
in op het verlangen van de atheïsten voor één of andere nieuwe verklaring
voor hun in opspraak gekomen geloof in de spontane generatie van het leven.
In de lagere school leerde ik over die naïeve alchemisten in de Middeleeuwen
die in de spontane generatie van het leven geloofden omdat wormen in verrot
vlees verschenen, schijnbaar van nergens. Maar wij werden niet verteld dat het doorgaans
alleen atheïsten waren, die deze fout maakten.
Mensen die de bijbel aanvaardden, wisten dat het leven uit het leven komt.
Wetenschappelijke methoden werden ook gebruikt om dit te bewijzen. De Italiaanse arts, Francesco
Redi had in 1668 al aangetoond, dat geen maden ontwikkelden zich in bekers
die met fijn gaas bedekt waren om te voorkomen dat vliegen op het
vlees zouden zitten. Hij toonde ook dat toen dode vliegen in de met
gaas bedekte bekers geplaatst werden, geen maden verschenen, maar dat toen levende vliegen
in de bekers werden geplaatst, maden wel verschenen. Andere proeven in de 18de
en 19de eeuwen toonden aan dat de schijnbare spontane generatie van de atheïsten
door onzichtbare levensvormen werd veroorzaakt.
Wetenschappelijke bewijzen vonden echter een dovemansoor bij vele atheïsten. Zonder een Schepper moesten
zij in spontane generatie geloven. Het tegenbewijs werd verworpen. Zij hielden vol dat
spontane generatie toch gebeurde op microscopisch niveau.
Uiteindelijk waren echter de bewijzen van Louis Pasteur zo grondig en overtuigend dat
zelfs de atheïsten moesten toegeven dat wetenschappelijk, het leven uit het leven komt,
omne vivum e vivo. In een artikel in La Revue Scientifique, 23 april 1864,
zei Pasteur, Nooit zal de leer van spontane generatie herstellen van de dodelijke slag van dit eenvoudige experiment.
1
Spontane generatie is echter onmisbaar voor het atheïstisch model. Darwins theorie verschuifde de
vermeende spontane generatie terug in de tijd naar het gebied van de speculatie,
buiten het bereik van wetenschappelijk onderzoek. Atheïsten hadden een nieuwe pseudo-wetenschappelijke basis voor
hun geloof in spontane generatie.
Nog een feitelijk bezwaar tegen de evolutie is dat uitsluitend afzonderlijke levensvormen in
de fossiele overblijfselen worden gevonden, alsook in de wereld nu, zonder een ketting
van tussenvormen van evolutie. Darwin gaf dit toe: De geologie onthult zon geleidelijk
ontwikkelde organische ketting zeker niet; en dit is misschien wel het meest duidelijke
en ernstigste bezwaar dat tegen mijn theorie in kan worden gebracht. De verklaring
ligt hierin, geloof ik, in de grote imperfectie van de geologische overblijfselen (Oorsprong,
Hfstk 10, blz 280, in eerste Engelse editie). Dus, de theorie van evolutie
berust op ontbrekende data.
De bestaande gegevens zijn precies wat men zou verwachten indien afzonderlijke levensvormen in
het begin werden geschapen, met bewaring van fossielen in rotslagen die ontstonden als
gevolg van verschillende catastrofen zoals overstomingen, aardbevingen, vulkanische uitbarstingen en meteorische inslagen.
Niet Darwin, maar Louis Pasteur is vader van de biologie, aangezien de wetenschappelijke
biologie op biogenesis is gebaseerd, het principe dat leven van leven komt. Pasteurs
werk heeft ontelbare levens gered middels vooruitgang in de immunologie en bij het
bewaren van voedsel.
Darwins invloed veroorzaakte de dood van miljoenen mensen aangezien zijn speculatief werk Over
de oorsprong van soorten door middel van natuurlijke selectie, of het behoud van
bevoorrechte rassen in de strijd om het bestaan vormde de theoretische basis voor
dialectisch materialisme (communisme) en nazisme.
Zowel Marx als Engels wisselden brieven met Darwin. Marx schreef aan Ferdinand Lassalle
op 16 januari 1861: Darwins boek is heel belangrijk en dient voor mij
als een natuurlijk historische fundament voor onze zienswijze. (Gehaald van http://www.marxists.org/archive/marx/works/1861/letters/61_01_16-abs.htm op 23/2/2009).
Bewuste zienswijze omvatte het idee dat de proletariaat een superieure klasse is, die
de vermogende klassen moet vernietigen. Stalin (een aangenomen naam die mens van staal
betekent) zuiverde zijn land van meer dan 20 miljoen mensen.
Het nazisme beschouwde het Arische ras als een meesterras met een recht en
een plicht om de wereld te ontlasten van minderwaardige rassen. In zijn uiteindelijke
oplossing doodde Hitler vijf miljoen joden en vele mensen van andere etnische groepen
op basis van Darwins bewering dat evolutionaire vooruitgang hoofdzakelijk gebeurt door de liquidatie
van de zwakken in de strijd om te overleven.
Hoeveel mensen heeft Mao Tse-tung gedood? Omdat toegang tot documenten nog beperkt is,
zijn er grote verschillen in de ramingen, maar hij heeft waarschijnlijk meer mensen
gedood dan Stalin en Hitler samen, ergens tussen 30 en 50 miljoenen.
Pol Pot, een volgeling van Mao, was verantwoordelijk voor de dood van twee
miljoen Cambodjanen.
De evolutietheorie is bij uitstek geschikt voor dergelijke toepassingen, aangezien het
de mens tot een dier verlaagt, de morele autoriteit van God verwerpt en beweert dat
vooruitgang komt door de massale uitroeiing van minderwaardige
levensvormen. Het rechtvaardigt de vernietiging van de zwakken door de sterken!
Darwin geloofde dat de uitroeiing van wilde rassen de evolutie van de
mens zou bevorderen. In The Descent of Man, 1871, Deel 1, Pagina 201
schreef hij: Op een toekomstig tijdstip, niet erg ver weg gemeten in eeuwen, zullen
de beschaafde rassen van de mens vrijwel zeker de wilde rassen uitroeien en vervangen
over de hele wereld. Tegelijkertijd zullen de antropomorfe apen, zoals professor
Schaaffhausen heeft opgemerkt, ongetwijfeld worden uitgeroeid. De kloof zal dan breder
worden, want het zal tussen de mens in een meer beschaafde staat, zoals we mogen hopen,
dan de Kaukasische, en een aap zo laag als een baviaan, in plaats van zoals nu tussen de
neger of Australiër en de gorilla.
Darwins uitspraak de mens in een meer beschaafde staat, zoals we mogen hopen,
dan de Kaukasische geeft aan dat hij dacht dat het witte ras superieur
was en zich nog verder zou evolueren. Dit idee werd door Hitler overgenomen, die geloofde
dat het Germaanse ras Übermenschen waren, die het recht en zelfs de plicht hadden om
minderwaaardige rassen te vernietigen om de evolutie te bevorderen.
De Professor Schaaffhousen naar wie Darwin verwijst, was eigenlijk Johann
Carl Fuhlrott, een Duitse anatoom en paleontoloog. Hij geloofde dat negers en Australische
inboorlingen zich op een lager evolutiestadium bevonden in vergelijking met Europeanen -
dat zij dichter bij apen stonden in termen van hun evolutionaire ontwikkeling.
De wetenschappelijke inhoud van Darwins boek onderbouwt de stelling in de titel niet.
Een meer geschikte titel voor de wetenschappelijk inhoud van Darwins boek was Over
het aanpassingsvermogen van de soorten, aangezien dat is wat aangetoond is door de
feiten en proeven die hij bespreekt. Hij toont dat soorten een verbazingwekkend vermogen
hebben om zich door natuurlijke selectie aan te passen, en dat dit grote
diversiteit tot gevolg heeft.
Toch blijft een duif een duif en een hond een hond. Darwin speculeert
maar dat deze aanpassingen zouden kunnen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe levensvormen
met heel andere kenmerken.
Het fatale gebrek bij de speculaties van Darwin is dat natuurlijke selectie alleen
werkt voor iets dat functioneert. Natuurlijke selectie zou misschien een aanpassing van een
functioneel oog kunnen veroorzaken wegens veranderde omstandigheden, maar natuurlijke selectie kan niet werken
tijdens de vermeende miljoenen jaren toen het oog nog aan het evolueren was
vóór het functioneel werd! De bijbelse verklaring is: Het oor dat hoort en
het oog dat ziet, de HERE heeft beide gemaakt (Spreuken 20:12).
De fossiele overblijfselen tonen aan dat duizende soorten uitgestorven zijn, precies wat men
zou verwachten uit de schepping in het begin van vele afzonderlijke levensvormen.
Door zijn vooroordeel, negeerde Darwin iets dat heel duidelijk is, namelijk, het verschil
tussen grondstoffen en iets dat gemaakt is.
Herkent u iets dat gemaakt is?
Paulus zegt, Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht
en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het
verstand doorzien (Romeinen 1:20). Uit zijn werken is letterlijk in de grondtekst, uit
wat gemaakt is.
Herkent u iets dat door de mens gemaakt is? Ik zal u iets
tonen. Steek a.u.b. uw hand omhoog indien het door de mens is gemaakt:
een steen, een speelgoedvliegtuig.
Wij herkennen iets dat gemaakt is omdat het een voortbrengsel is, een artefact,
iets dat door iemand bedacht en door het bewerken van grondstoffen geproduceerd werd.
Moest ik u een levende hond tonen, of een arend, of een olifant,
en u vragen of die door de mens werd gemaakt, zou u uw
hand niet opsteken. Waarom? Omdat mensen niet in staat zijn zulke ingewikkelde dingen
te maken!
Toch hebben een hond, een arend en een olifant de kenmerken van dingen
die gemaakt zijn. Het zijn geen grondstoffen. Het zijn uiterst complexe hoog-gespecialiseerde functionele
systemen, die volgens alle wetenschappelijke observaties alleen het gevolg kunnen zijn van een
intelligent ontwerp en een verbazingwekkende productiecapaciteit.
Moderne vliegtuigen zijn knutselwerk vergeleken met vogels.
Canadaganzen vliegen tussen 50 en 90 km/uur en tot 1000 km in één
dag. Zij kunnen overdag of s nachts vliegen. Ze vliegen in een V-formatie
omdat aërodynamisch, dit vereist veel minder energie. De sterkste ganzen vliegen vooraan en
wisselen af wanneer één moe wordt. Hun geschreeuw coördineert de beweging van de
formatie. Zij vinden milieu-vriendelijke brandstof onderweg en vervangen zich voor zij versleten zijn.
Geen mens kan zoiets maken! Alleen Iemand met ontzagwekkende intelligentie en scheppende kracht
kan een arend, een hond, een mammoet of een dinosaurus maken. Deze dingen
blijken door God gemaakt te zijn. De ganse aarde is van zijn heerlijkheid
vol (Jesaja 6:3).
En wat van het leven? Onder de merkwaardige dingen die de mens kan
maken, is er iets dat leeft? Neen, de mens kan alleen levenloze dingen
maken.
En wat van de mens zelf en de geest van de mens? Wat
zegt de Schrift? Toen formeerde de HERE God de mens van stof uit
de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens
tot een levend wezen (Genesis 2:7).
Stoffelijk bestaat de mens uit chemische verbindingen die op aarde in de biosfeer
voorkomen. De complexiteit van de lichamelijke en genetische structuur van een mens is
boven ons bevattingsvermogen. Zelfs nadat God deze fantastische samenstelling gevormd had, was het
toch maar een lijk totdat Hij de mens tot een levend wezen maakte.
Maar de mens is meer dan gewoon een levend wezen. God had chimpanseën,
gorillas en orang-oetangs al gemaakt voor Hij Eva maakte, toch vond Adam hen
- voor één of andere reden - niet voldoende als levensgezellin!
In 2003, onderzoekers aan de Wayne State Universiteit in Detroit, Michigan beweerden dat
99,4% van de meest kritische DNA locaties identiek zijn in mensen en chimpanseën.
Onderzoeker, Morris Goodman, stelde voor dat chimpanseën als mensen (genus homo) hergeclassificeerd zouden
moeten worden.
Meer recente studies geven aan dat de overeenkomst minder dan 95% is. Maar
wat Goodman verzuimde te vermelden is dat het niet de overeenkomsten zijn die
tellen, maar de verschillen! Onlangs werd de genoom van de koe in kaart
gebracht, wat uitwees dat koeien 80 procent van hun genen met mensen delen.
En men beweert dat wij ongeveer 60% van ons DNA met een banaan
delen! Er zijn vele overeenkomsten in DNA omdat levensvormen vele functies gemeen hebben.
Misschien moeten wij Dr. Goodman vragen of hij bereid zou zijn voor zijn dochter een chimpansee te huwen, of als hij een chimpansee ooit naar een dure restaurant meegenomen heeft! 2
Alweer, wat zegt de Schrift? En God zeide: Laat Ons mensen maken naar
ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee
en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de
gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij
hem; man en vrouw schiep Hij hen (Genesis 1:26, 27).
De HEER is het die de hemel uitspant en de aarde grondvest, en
de geest des mensen in diens binnenste formeert (Zacharia 12:1). Over de dood
lezen wij: En het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is,
en de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft (Prediker 12:7).
Het enorm verschil tussen de mens en alle andere levensvormen is duidelijk. Geen
verklaring voor de fantastische geestesvermogen en creativiteit van de mens is meer redelijk
dan wat in Genesis staat, namelijk, dat de mens naar het beeld van
zijn Schepper is gemaakt. God vroeg Job, Wie heeft de wijsheid in het
binnenste gezet? Of wie heeft de zin het verstand gegeven? (Job 38:36 SV-1977).
Het verschil tussen grondstoffen en iets dat gemaakt is, kan men gemakkelijk zien,
en de dingen die gemaakt zijn, verklaren de heerlijkheid van God. Want hetgeen
van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert
de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij
geen verontschuldiging hebben. Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als
God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het
is duister geworden in hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij
dwaas geworden (Romeinen 1:20 t/m 22).
Roy Davison
2 Hoewel velen veronderstellen dat verschillende opgegraven overblijfsels van genus homo afzonderlijke soorten waren, is dit niet te bewijzen, aangezien alle nog levende vertegenwoordigers, één soort vormen, hoewel individu's uiterst uiteenlopende fysieke kenmerken vertonen.
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap.